Binnenstad 1920-1930 (3)

.
Het is een driehoekige verbreding die in de middeleeuwen de Eesschen Poel genoemd wordt. Vermoedelijk werd die poel gebruikt om water uit te putten bij brand. In 1875 werd op de breedste kant van het pleintje een groot gebouw neergezet dat diende als postkantoor. In 1892 verhuisde het postkantoor al naar de Markt op de hoek met de Watermolenwal. In het gebouw in de Kerkstraat kwam toen de Helmondse Bank. Later werd hier de Arbeidsbeurs in gevestigd. Aan de achterkant van dit grote pand woonde in die tijd Louis Antonius Sanders, een broodbakker, die in 1933 naar de Noord Koninginnewal verhuisde. Hij moet niet verward worden met Henricus Sanders, sigarenhandelaar, die in 1928 op nummer 11 kwam wonen. In dit pand woonde eerder Walther Koolen.

De oostzijde van het pleintje is beschreven in “Binnenstad 1920-1930 (2)”. De oostzijde betreft  het pand waar Van Poll de journalist eerst woonde, tot slager Rongen op nummer 28. De westzijde is het deel van de Kerkstraat waar het hervormde kerkje staat. Het gedeelte vanaf De Wiel tot en met het kerkje is bewaard gebleven. De rest is verdwenen met de aanleg van de Kasteel-Traverse. Het pand van schoenmakers Slaats dat U op de kaart ziet staan had een adres aan De Wiel. Aan de Kerkstraat staan de panden van slager Petrus Jozef Helsper met huisnummer 15, aannemer Jos. Swinkels met nummer 17, het Kerkpad, de kerk met nummer 19. Daarna loopt de nummering niet door. De nummers 21, 23 en 25 zijn toegekend aan het grote pand midden op het plein met de Arbeidsbeurs en bakker Sanders. Daarna nummert men pas verder aan de westzijde. Naast de hervormde kerk staat op de kaart een pand waarin in het linkergedeelte nummer 27 is geschreven. In het pand is een streep getekend en achter de streep is bijgeschreven Piet van Raak. Vergeleken met de woningkaarten klopt dat ook. Het pand is in tweeën gedeeld. Op nummer 27 wonen alleen al in de periode 1925-1930 zes verschillende gezinnen. Soms slechts voor een periode van een half jaar. Op nummer 29 woont tot 1928 Piet van Raak. Als beroep wordt in het bevolkingsregister vermeld koopman, maar gezien de vele personen die bij hem inwoonden, vermoed ik dat het een soort pension was. Toen Van Raak vertrokken was, woonde schoenmaker Johannes Antonius van der Linden in het pand. Het laatste pand aan het pleintje had nummer 31. Daar zat het bedrijf in sanitair en kachels van Sprengers.

Bron: Regionaal Historisch Centrum Eindhoven.