Het kasteel van Helmond in de negentiende eeuw.

De zuidkant van het kasteel 1

In de nacht van 10 op 11 februari 1549 brak brand uit in het kasteel van Helmond. Vooral de westelijke vleugel, dat is de vleugel aan de kant van het kanaal, was zwaar beschadigd. De toenmalige heer van Helmond, Joost van Cortenbach, begon meteen na de brand met de herstelwerkzaamheden. Op 18 februari al sloot hij een contract met Hendric van Werdingen die de werkzaamheden met zijn drie zoons zou uitvoeren. En Joost van Cortenbach wilde de restauratie snel gedaan hebben. In het contract stond onder meer dat hij vier bedden zou leveren op de plaats waar zij moeten werken. Zo kon er snel gewerkt worden. In juni van hetzelfde jaar was het werk al gereed.

Maar niet alleen de verbrande westelijke vleugel werd vervangen. Ook de ridderzaal in het midden van de zuidelijke vleugel, waar nadat het kasteel raadhuis was geworden, bijna tachtig jaar de raadzaal was, werd helemaal opgeknapt. Bij het bouwhistorisch onderzoek dat in 1998 en 1999 werd uitgevoerd kwam naar voren dat Joost vermoedelijk een prachtige zaal gecreëerd heeft. Hoewel het oorspronkelijke muurwerk nu bijna allemaal aan het zicht onttrokken is, wijst alles erop dat Joost van Cortenbach een enorm hoge zaal heeft laten maken met een open dakstoel. Het moet een indrukwekkend gezicht zijn geweest. De zaal was vanaf de vloer dertien meter hoog. De bouwhistorici hebben in de kap, op wat nu de zolder is, nog resten gevonden van het oude stucwerk van de zaal. 

Maar ook aan de buitenkant verraadt de toenmalige hoge zaal zich nog. Tenminste op afbeeldingen van vóór de restauratie van het kasteel in de jaren twintig van de twintigste eeuw. Zo ook op een schilderij dat door Henri Knip in de negentiende eeuw is gemaakt. Het schilderij toont de zuidelijke gevel van het kasteel met rechts daarvan de Lambertuskerk en de hervormde kerk. Op de begane grond zijn de kelderruimtes te zien die half boven en half onder de grond liggen. Daarboven de bel-etage met in het middenstuk de ridderzaal met twee hoge ramen en een middenraam waarboven een zonnewijzer aangebracht was. Op de tweede verdieping zijn alleen rechts en links ramen. Boven de ridderzaal kent de tweede verdieping geen ramen. Die waren daar ook niet nodig omdat de ridderzaal doorliep tot in de kap. 

Het maken van een dergelijke fraaie ridderzaal wijst er op dat in de zestiende eeuw het kasteel een deel van zijn verdedigingsfunctie al verloren had. In deze eeuw had men veel meer oog voor een comfortabel verblijf dan in de veertiende eeuw toen het kasteel gebouwd werd en onderdeel was van de verdedigingswerken van de stad. 

Bron: Regionaal Historisch Centrum Eindhoven.

Reactie plaatsen

Naam

E-mail

Bericht

Ik ga akkoord met het privacy beleid




Vergeet niet akkoord te gaan met het privacy beleid
Reacties worden geladen...
Ontdekken
Dankwoord Baron Speyart v Woerden in stadhuis Breda t.g.v. jubileum Stedelijk Museum Breda, 1967 (Breda Beeldcollectie, B. Speekenbrink)
Kent het Peelveen nog meer Romeinse schatten?
De Veestraat in 1964
images/hourglass.png

ZOEKEN...