Het Philipsdorp is en was voor mij een fijne plek om te wonen
Aanverwante artikelen
Tini van Berkum komt uit een klein gezin. In tegenstelling tot de andere, vaak grote gezinnen had ze alleen maar een zus. Haar vader was glasblazer bij Philips en leerde daar ook zijn vrouw kennen. “Onze lagere school zat op de Frederiklaan. Daar ging je naar toe als je katholiek was. Het probleem met de Lindelaan was, dat het eigenlijk nergens bij hoorde. Niet bij Strijp en niet bij het Philipsdorp. Dat heb ik wel eens jammer gevonden.”
Op jonge leeftijd leerde ze Nellie Geven kennen en zijn sindsdien bevriend gebleven. “Ik heb altijd een ontzettend goede band met Nellie gehad. En nog steeds kunnen we eindeloos over vroeger praten. Mensen noemden ons wel eens de losse Siamese tweeling. We waren dag en nacht samen.” Alles draaide om Philips, weet Tini zich nog te herinneren. Van kruidenier tot aan bakkerij, maar ook de diverse sportverenigingen, de schouwburg, school en bibliotheek waren van Philips. “Je kon het zo gek niet bedenken of Philips zat er achter. Philips zorgde goed voor zijn werknemers. Zelfs de dokter was in dienst bij Philips. Ik zat bij een turnvereniging. De wedstrijden in de sporthal waren een belevenis op zich. Je stond dan midden in een hal met om je heen de ouders. Ook hebben we heel wat zondagen in het POC doorgebracht. Voor een dubbeltje gingen we er om 12.00 uur heen en bleven er de hele dag hangen. Het waren voor ons echt top uitjes.”
“Als kind speelde je vooral met kinderen uit je eigen straat. In mijn geval was dat de Lindenlaan en een stukje Wingerdlaan. Veel verder ging je niet. Dat kwam ook doordat de gezinnen groot waren en er al genoeg speelkameraadjes in die straten buiten liepen.” De buurt had zijn eigen buurtvereniging KWIL genaamd; Klimop-, Wingerd-, Iepen- en Lindenlaan Met z’n allen maakten ze reisjes naar bijvoorbeeld de Leenderheide of een afgraving in Waalre. “Als het mooi weer was rolde de vaders de mouwen van het overhemd op en zaten de moeders in hun onderjurk. Wij kinderen speelden in de afgravingen en kwamen zo vies terug dat we gelijk met een teil en water moesten worden schoongepoetst.” Het gevoel dat Tini heeft voor Philipsdorp is nooit overgegaan. “Je groeit er in. Ik heb nooit ergens anders gewoond. “
Tini weet nog goed dat ze de nieuwe speeltuin aan de Frederiklaan mocht openen. Een hele eer. Op de arm van de heer Van Dinter, de grote baas van de speeltuin, werd er in optocht naar de speeltuin (Philips) gelopen. Daar mocht ze een officiële handeling verrichten. Je mocht alleen in de speeltuin als je er lid van was. Tini heeft goede herinneringen er aan en was dan ook geregeld in de speeltuin te vinden. Omdat Tini niet bij Philips wilde werken, kreeg ze een baan bij Smetsers (luxe huishoudelijke artikelen) aan de Frederiklaan. “Ik vond het een heel fijne tijd. Zelfs op de eerste renovatie, begin jaren tachtig, kijk ik positief terug. We kregen een cv, vlizotrap, nieuwe douche en een keukenblok. Wel moesten we 100 gulden per maand meer betalen, uitgespreid over vier jaar. Als Tini terugdenkt, ziet ze ook allerlei feesten voor zich. “We hadden altijd iets te vieren. Je begon met een paar man en eindigde met een huis vol. Het Philipsdorp is en was voor mij een fijne plek om te wonen. Ik heb er heel goede herinneringen aan.”