Een onmaatschappelijke daad
Aanverwante artikelen
In 1937 waren in Helmond bijna 2.000 personen werkloos. Goed nieuws was dan ook dat er met de komst van de N.V. Robur werk kwam in een nieuwe tak van industrie. Daar werd op 1 juli begonnen met de fabricage van naadloze en gelaste buizen.
Al langer ging het gerucht dat de poorten van de fabriek van de Gebroeders van Thiel aan de Kanaaldijk weer zouden worden geopend. In dit gerucht zat een kern van waarheid, want de nieuwe fabriek werd gevestigd in de gebouwen waarin tot 1931 de “N.V. Gebroeders van Thiel’s Draadnagel-, Klinknagel- en Moerboutenfabriek” was gevestigd. In dat jaar werd de fabriek stilgelegd omdat de familie van Thiel haar quota voor 5 jaar aan buitenlandse fabrieken had verkocht. De verkoop van arbeid aan het buitenland waardoor een groot aantal arbeiders hun werk verloren, kon rekenen op veel kritiek, temeer daar dit gebeurde in een tijd waarin nauwelijks werk te vinden was. De Maasbode van 15 januari 1932 kwalificeerde de gang van zaken als “een onmaatschappelijke daad”. Andere kranten volgden met niet te misverstane koppen en ook de minister van Arbeid, Handel en Nijverheid Verschuur was er niet over te spreken: “Het algemeen belang schijnt hier wel sterk achtergesteld” zei hij. Voor de arbeiders bleef weinig anders over dan berusting. Gelukkig keerde het tij.
Er werd naar mogelijkheden gezocht om de fabriek weer op te starten, geholpen door het Economisch-Technologisch Instituut van Nood-Brabant. Er werden contacten gelegd met de directie van een in Nijmegen gevestigde fabriek van buizen en rijwielonderdelen, genaamd N.V. Robur. Daar werden onderdelen voor de Nederlandse rijwielindustrie gemaakt. In Helmond zou men met circa 50 man personeel beginnen met het vervaardigen van buizen uit bandijzer. Al snel werd dat onderdeel steeds belangrijker en werd er geleverd aan de gehele Nederlandse buisverwerkende industrie. In de jaren vijftig ging men zich ook toeleggen op het produceren van roestvrijstalen aanrechtbladen, een product waarnaar veel vraag was door de naoorlogse bouwactiviteiten. Het personeelsbestand steeg tot 350 personen. Door mismanagement ging het in de jaren zeventig weer bergafwaarts. De afdeling roestvrij staal ging in 1969 een fusie aan met de Zwitserse firma Franke, waarvoor op het industrieterrein een nieuwe fabriek werd gebouwd. De oude lijken bij Robur bleven echter in de kast. De afdeling buizen fuseerde in 1972 met de Duitse staalgigant Mannesmann. Deze firma onderhandelde hard: Robur moest zijn buizen bij haar afnemen tegen sterk verhoogde prijzen en het bestaande machinepark in de oude fabriek werd gesloopt. De familie van Thiel verkocht de oude fabrieksgebouwen aan de gemeente Helmond en investeerde het geld in een nieuwe fabriek op het industrieterrein. Het oude fabriekscomplex aan de Kanaaldijk ging voor 360.000 gulden aan de gemeente over. In het sterk verouderde gebouw blijft de afdeling metaalwaren eenzaam achter. Onder de naam Metaalwarenfabriek Helmond B.V. wordt het bedrijf nog enkele jaren voortgezet, maar de schuldenlast is te hoog. Met steun van het Rijk wordt er nog een poging gewaagd om als Uni Set B.V. door te gaan. Dat bedrijf gaat in 1978 echter ook door een faillissement ten onder. De gebouwen worden in 1979 gesloopt. Het terrein diende jarenlang als parkeerterrein. Dan verrijst er hier in 1986 het appartementencomplex de Oranjerie.
Bron: Regionaal Historisch Centrum Eindhoven