Helmondse bescheidenheid anno 1815
Aanverwante artikelen
“Onze stad heeft al sinds de dertiende eeuw stadsrechten”, een zin die veel inwoners vaak met enige trots laten klinken om hiermee aan te geven dat ze wonen in een plaats die er echt toe doet en dat al sinds vele eeuwen.
Zo ook Helmond, een stad die al in 1232 stadsrechten heeft gekregen en daarmee een behoorlijk status verkreeg.
Ook de stadsbestuurders zijn meestal trots op een dergelijke status, zelfs in tijden waarin de status van “stad” geen extra betekenis meer heeft. Maar soms is die titel ook een handicap, zoals blijkt uit stukken uit het archief van de gemeente Helmond.
In 1815 namelijk, een tijd waarin het Koninkrijk der Nederlanden langzaam zijn huidige vorm kreeg (al ging daarbij later het huidige Belgie verloren!) dacht het gemeentebestuur van Helmond hier toch anders over. In het bestuur werd namelijk nog steeds een onderscheid gemaakt tussen steden en plattelandsgemeenten. Dit onderscheid bleek uit de inrichting van het bestuur, maar had ook vooral belastingtechnische aspecten. Een stad had namelijk, zo werd voetstoots aangenomen, meer draagkracht in de bevolking en kon dus meer bijdragen (of afdragen) aan de landsbelastingen.
Er waren dus redenen om zelf een bepaalde bescheiden positie in te nemen als het ging om de status van “stad”. In 1815 was dit reden voor het gemeentebestuur om een verzoekschrift te richten aan de Koning der Nederlanden, Willem I, om van stad te worden teruggebracht tot plattelandsgemeente. Het verzoekschrift geeft daarbij een aardige kijk in de keuken van het begin 19e eeuwse Helmond.
Het gemeentebestuur geeft aan dat in 1314 Helmond ook als een dorp bekend stond en dat pas in de loop van de 16e eeuw er stadswallen en poorten zijn aangelegd. Dat was destijds de reden om Helmond te rekenen onder de kleine steden in het hertogdom Brabant met enkele “onbeduidende” privileges “welke thans alle vervallen zijnde”. Hier werd de geschiedenis door het bestuur enigszins aangepast aan het te bereiken doel!!I
In de periode tot 1814 is Helmond, volgens datzelfde bestuur, in alle opzichten door het landsbestuur beschouwd als een plattelandsgemeente. Dat veranderde toen in 1814 Helmond een afvaardiging kreeg in de Staten van Brabant omdat het een stad was. Dit betekende ook dat er een commissie kwam die een stedelijk reglement ging ontwerpen. Dat was voor het gemeentebestuur blijkbaar genoeg: die status van stad moet er voor Helmond af!
In hun argumenten gaan ze diep door het stof: weinig inwoners, waarvan de meeste in afgelegen boerderijtjes wonen, er is nauwelijks handel, de mensen zijn voor het merendeel arm; kortom Helmond lijkt verdacht veel op plaatsen als Gemert, Geldrop, Oirschot, Veghel etc. en dat zijn ook geen steden!
Het grootste gedeelte van de “stadse” bevokling betreft wevers, daarna landbouwers en een heel klein gedeelte fabrikanten, handelaren en winkeliers. Aan het bestaan van een echt kasteel in Helmond werd niet gerefereerd; dat zou namelijk wel eens contraproductief kunnen werken. Willem I is blijkbaar gevoelig voor de argumenten en op 16 juli 1815 stemt hij in met het verzoek en wordt Helmond weer opgenomen in de rangen van de plattelandsgemeenten!
Bron: inventaris gemeentebestuur Helmond, 1811-1912; RHC-Eindhoven, Collectie 12100, voorlopig inventarisnummer 1