De molen in de Wolfstraat
Aanverwante artikelen
Rond 1835 komt de uit Haarlem afkomstige Hendrik Cuppens in Helmond wonen. Helmond is hem niet vreemd. Hij is met een Helmondse getrouwd en hij is al enkele jaren molenaar in Aarle-Rixtel. Bij vestiging in Helmond gaat het gezin in de Veestraat wonen.
Of Hendrik Cuppens in die periode een molen in Helmond exploiteert is niet terug te vinden in de stukken. Wellicht maalde hij nog in Aarle-Rixtel. Hij verkoopt in ieder geval pas in 1852 zijn vaste goederen in die laatste plaats, maar bij die goederen wordt geen molen genoemd. De verkoop van die goederen heeft te maken met plannen in Helmond. Behalve de verkoop van de grond in Aarle-Rixtel, wordt ook de inboedel van het huis in Helmond verkocht. En de oudste zoon Hendrik Hendrikzoon Cuppens gaat een lening aan van 2500 gulden. Dit is allemaal bedoeld voor de aankoop van een stuk grond aan Molenstraat en Wolfstraat. Op dit perceel wordt een molen met molenhuis gebouwd, die beide op naam komen te staan van zoon Hendrik. Het hele gezin trekt in het molenhuis, maar slechts voor korte tijd. Op 10 maart 1856 vertrekt het hele gezin Cuppens, inclusief de eigenaar van de molen, naar Veghel.
De molen wordt verkocht aan de gebroeders Prinsen uit Aarle-Rixtel en Asten. De nieuwe molenaar wordt Adriaan van de Hurk, getrouwd met Gordina Prinsen. Zij gaan ook het molenhuis bewonen. Maar ook dit is slechts voor korte tijd. In 1858 vertrekken ze naar Aarle-Rixtel. De gebroeders Prinsen blijven nog eigenaar tot 1866. In die tijd bewonen Adrianus der Kinderen en Johannes Dominicus de Vocht het molenhuis. Vermoedelijk exploiteren zij ook de molen, maar dat valt niet op te maken uit het Bevolkingsregister. In 1866 komt de molen opnieuw in de verkoop en wordt Christiaan van Will de nieuwe eigenaar.
Christiaan van Will gaat de molen zelf exploiteren. In 1877 wordt de molen ingebracht in een vennootschap onder de naam “Windgraanmolen-exploitatie Helmond”. Van Will is een van de vennoten. Volgens het kadaster wordt de molen in 1883 herbouwd, waarna in 1887 de nieuwe molen verkocht wordt aan Johannes de Roij. Deze blijft tot aan zijn dood in 1929 molenaar. Na zijn dood wordt de molen verkocht. Sinds de bouw van de molen in 1852 is de hoeveelheid grond rondom een stuk minder geworden. De Roij heeft er drie huizen op laten bouwen, die hij vervolgens aan particulieren verkoopt. De molen zelf wordt na de verkoop in 1929 afgebroken en op de ondergrond worden twee huizen gebouwd. Op de foto is de molen te zien, met daarvoor het gezin De Roij.
Bron: Regionaal Historisch Centrum Eindhoven.