Beelsstraat 110 en 112
Aanverwante artikelen
Deze twee huizen staan aan het einde van de straat, op de hoek met de Blinkertsestraat en de Karel Raymakersstraat. Het zijn de enige huizen in de Beelsstraat die door Woningbouwvereniging De Hoop zijn gebouwd. De huizen aan dezelfde kant vanaf de Zuiderstraat en die aan de overkant zijn gebouwd door Volksbelang.
Op 21 juli 1922 kreeg De Hoop toestemming om de huizen, ontworpen door de bekende Helmondse architect Lambert de Vries, te bouwen. Het totale complex bestond uit 72 woningen aan de Wolfstraat, Van den Dungenstraat, Van de Foelartstraat, Van Brusselstraat, Van Hoeckstraat en dan nog de twee huizen aan de Beelsstraat. De huizen werden gebouwd door aannemersbedrijf van Drenth en Van Westrenen uit Zaltbommel. In februari van het jaar 1923 konden de eerste bewoners de huizen betrekken. Voor die mooie nieuwe woning betaalden ze in 1923 nog geen vijf gulden per week.
De straten in de omgeving van de Beelsstraat dragen namen van Helmonders die in het verleden bekend waren. Die roem wil wel eens verdampen. Gelukkig staat op de straatnaamborden in het kort vermeld wat de betekenis van de persoon is geweest aan wie de straat zijn naam ontleent. Zo staat er bij de Beelssstraat dat hij de oprichter was van de Beelsfundatie. Dat zegt eigenlijk nog niet zo veel. Theodorus Nicolaas Beels werd op 6 december 1773 in Helmond geboren. Zijn vader was arts in Helmond. De zoon volgde in de voetsporen van zijn vader en studeerde en promoveerde in de geneeskunde te Leiden. Daarna vestigde hij zich als huisarts in Breda. Daar overleed hij in 1845. Beels trouwde nooit en benoemde tot zijn universele erfgenaam brouwer Felix Keunen uit Stratum.
Aan deze Keunen had hij tijdens zijn leven meerdere keren gezegd dat hij in zijn geboorteplaats een eeuwigdurende fundatie wilde stichten van 30.000 gulden. Dit was nooit officieel op schrift gesteld, maar Keunen voldeed aan de wens van Beels door in 1847 de Fundatie Theodorus Nicolaas Beels te stichten met het genoemde bedrag. Van het geld werden onroerende landbouwgoederen gekocht en uit de opbrengst daarvan en uit de renteopbrengst van het resterende geld moesten hulpbehoevende gezinnen of personen ondersteund worden, die geen ondersteuning kregen uit de Algemene Armenkas. De door de fundatie ondersteunde personen dienden zich door hun deugd, vlijt en oppassing te onderscheiden van hun medeburgers. Ook konden aan personen, die aan de bovengenoemde normen voldeden, leningen worden verstrekt als zij in tijdelijke nood verkeerden. De fundatie bestaat nog steeds. Sinds het ontstaan is het bedrag hoger geworden door diverse schenkingen.
Bron: Regionaal Historisch Centrum Eindhoven.