Cambrinus
Aanverwante artikelen
Briefhoofden zijn vaak zo fraai ontworpen dat er mensen zijn die ze verzamelen.
Geldrop – Waar vandaag de dag nogal wat aandacht wordt besteed aan huisstijl, werd in het begin van de vorige veel aandacht besteed aan het briefpapier. De zogenaamde briefhoofden zijn vaak zo fraai ontworpen dat er mensen zijn die ze verzamelen. Soms zitten er echte juweeltjes bij zoals deze van brouwerij Cambrinus uit Geldrop. Op de tekening zien we het bedrijfspand, met op de achtergrond het silhouet van de Brigidakerk. Het stond aan de Molenstraat, op de plaats waar nu het parkeerterrein achter het voormalige postkantoor ligt. In 1892 werd de daar gevestigde brouwerij overgenomen door Josephus Bolsius. Deze in ’s-Hertogenbosch geboren bierbrouwer was in 1883 uit Appeltern in Geldrop komen wonen. Hij trouwde daar twee jaar later met Joanna Maria Brigida van den Heuvel, kleindochter van de bekende fabrikant Adriaan van den Heuvel, van de gelijknamige wollenstoffenfabriek. Bolsius wist van de brouwerij een succesvolle onderneming te maken. Het produceerde onder ander speciaalbieren met namen zoals Geldropsch Bruin, Dogbier, of Cambrinus-Dubbel. Het bedrijf kende ook tegenslagen. In 1906 ontsnapte de brouwerij aan een ramp. Werknemers hadden poetsdoeken op de stoomketel laten liggen, die daardoor vlam vatten. Door snel en kordaat optreden kon erger worden voorkomen. Omwonenden van het pand gingen langs het randje van de afgrond toen bij een storm de schoorsteen (zichtbaar achter het gebouw) tegen de vlakte ging. Maar het allerergst was wel die nacht in november 1910: “Door de ijzeren sluiting der blinden te verbreken en het uitsnijden van eene raam heeft men zich toegang tot het kantoor verschaft en een bedrag van 26 gulden ontvreemd”. De stante pede opgeroepen politiehond uit Helmond bracht geen soelaas. Het kan dus niet anders of de nazaten van deze crimineel eten nog elke dag ossenhaas, kaviaar en kreeft, en spoelen dit weg met champagne!
Bolsius overleed in 1912 op 54-jarige leeftijd. De brouwerij werd in 1916 verkocht en in 1948 maakte een enorme vlammenzee alsnog een einde aan het gebouw.