Het molendorp

Wie een beetje in het verleden van zijn of haar woonplaats graaft zal al snel op namen stuiten als Molenakkers, Molenhoeven, Molenberg en Moleneind. Meestal zijn deze woonkernen in de loop der jaren als woonwijk opgegaan in het dorp of de stad waartoe zij behoorden. De Molenstraat loopt daar niet meer naar een molen maar hij heet al sinds mensenheugenis zo, want molens waren er al in de grijze oudheid en ze werden vaak eeuwenoud.

In Lieshout staan nog altijd twee molens die mede door hun goede staat blikvangers zijn in het fraaie dorp. De eerste is de molen De Leest. Het is een ronde stenen bergmolen, in 1900 gebouwd door Frans Vorsters uit Helmond. Hij gebruikte onderdelen van gesloopte molens uit Schiedam. In 1907 werd de molen eigendom van de familie De Leest en in 1976 na overname door de gemeente grondig gerestaureerd. Deze korenmolen is hoewel bedrijfsklaar nu buiten bedrijf. Wel is hij op afspraak te bezichtigen. 

De tweede molen is de Vogelenzang of de Bettmolen en gebouwd in 1819. Ook hier werden onderdelen van Zuid-Hollandse molens gebruikt. In het begin was hij ingericht als oliemolen, kort daarna als korenmolen. Tot 1921 was hij in bezit van de familie Swinkels die hem doorverkocht aan Gerardus van der Linden. In 1933 ging het eigendom over aan Theodorus van Gerwen. Van Gerwen was tot 1949 molenaar en verkocht hem toen aan de familie Sanders en is nog steeds in hun bezit. De molen is nog altijd maalvaardig en kan op afspraak bezocht worden. Op de foto ziet u de Vogelenzang.