"Gif me ne cent dan goa'k vurbij"
Aanverwante artikelen
Het stadsbestuur van Helmond verbood op 7 februari 1660 om op vastenavond mensen voor de gek te houden, ganzen te trekken of andere vastenavondspelen te organiseren. Dat verbod kwam er nadat dominee Costius had geklaagd over zijns inziens gruwelijke heidense gebruiken die zich in 1658 in de stad hadden afgespeeld.
Bij de kinderen was het vieren van de vastenavonddagen heel wat onschuldiger; ze trokken langs de deuren met hun rommelpot om snoep of geld op te halen. Dat snoep werd tijdens de vastentijd in een trommel bewaard om met de Pasen in korte tijd te worden verorberd. Die rommelpot werd gebruikt om de liedjes mee te begeleiden. Voor die rommelpot had je een varkensblaas nodig die om een blik werd gespannen. In het midden werd een stokje bevestigd dat door het op en neer bewegen met de hand de varkensblaas in trilling bracht waardoor een brommend geluid werd voortgebracht. Zo gauw de deur openging werd een liedje gezongen. In Helmond eindigde dat meestal met: “Rommelspotterij, rommelspotterij, gif me ne cent dan goa’k vurbij”. Op zondag 23 februari 1941 hebben de drie jongens op de foto net aangebeld op het Binderseind nummer 54 bij het huis bewoond door de familie van de Kerkhof-Willems. De vrouw des huizes houdt haar knipbeurs al gereed.
Bron: Regionaal Historisch Centrum Eindhoven, collectie Lambrechtsen-van Vlissingen.